IK HEB GEEN MENING OVER MOTORCROSS
Het was een bewogen weekje. In een koud maar zonnig Parijs bezonnen om na terugkeer nog meer te bezinnen op een afscheid. Maar goed. Ziehier de resultaten van de lottotrekking euh de bedenkingen.
Er is geen enkele reden om mezelf het leven zo lastig te maken. De vraag dringt zich op wat me drijft. Waarom ik altijd het dwarsliggertje en de subversieveling moet zijn. Dat zeggen mensen me. Dat het een beetje dom is.
Letterlijk kommaneuken over de prijs van de benzine, wat kan het me schelen, mijn baas betaalt mijn benzine. Telenet, wat zou ik zeuren over 7 eur aanmaningskosten die telkens weer verhogen bij elke keer dat ik ze weiger te betalen omdat het chantage is, ik betaal ze met plezier, ik zal er geen boterham minder moeten om eten en de rest van de Belgische bevolking, wel, dat ze hun plan trekt. Het verkeer in Brussel, ik sjees er door, rij voetgangers die het rode licht negeren gewoon van de baan. 10 punten en doef, een buggy erbij 10 punten bonus.
Wat zou ik me druk maken over weer tien broodjes en vijf soepjes die teveel besteld zijn en ’s middags in de vuilnisbak verdwijnen, de kantinekosten van het bedrijf zijn mijn zorg niet, ik ben geen aandeelhouder. Net zomin als de chaos en rommel en papier dat met hopen in de vuilnisbak verdwijnt en niet gerecycleerd wordt. Ik moet leren dat ik al lang Office Manager af ben. En milieu, ’t zal me worst wezen. Tegen dat de aarde om zeep is ben ik er al lang niet meer. Ik kan nog elke dag mijn douchke nemen.
Verdomme, en kankeren over het onderscheid tussen arbeiders en bedienden. Wat zou ik. Ik heb bediendenstatuut en alles wat erbij hoort. Laat de arbeiders maar garen. En radio en TV, maar neen, mijn verzuchtingen over de verkleutering en oppervlakkigheid, dat zit enkel in mijn hoofd, dat is helemaal niet zo. Ik kijk en luister gewoon niet meer. Enkel naar wat ik goed vind. Voilà, opgelost. Of me ergeren dat het niet geweten is door mensen die het zouden moeten weten dat er twee Jannen De Cocks zijn. Ik weet het en zijzelf zullen het ook wel weten veronderstel ik. Laat de wereld maar draaien, ik doe mijn ogen wel dicht.
IK heb het tenslotte toch goed. Kijk, zo gemakkelijk is het. De nieuwe ik is opgestaan.
Maar waarover moet ik dan schrijven?