bedwantsepidemie bedreigt Vlamingen

IK HEB GEEN MENING OVER MOTORCROSS

Het was een bewogen weekje. In een koud maar zonnig Parijs bezonnen om na terugkeer nog meer te bezinnen op een afscheid. Maar goed. Ziehier de resultaten van de lottotrekking euh de bedenkingen.

Er is geen enkele reden om mezelf het leven zo lastig te maken. De vraag dringt zich op wat me drijft. Waarom ik altijd het dwarsliggertje en de subversieveling moet zijn. Dat zeggen mensen me. Dat het een beetje dom is.

Letterlijk kommaneuken over de prijs van de benzine, wat kan het me schelen, mijn baas betaalt mijn benzine. Telenet, wat zou ik zeuren over 7 eur aanmaningskosten die telkens weer verhogen bij elke keer dat ik ze weiger te betalen omdat het chantage is, ik betaal ze met plezier, ik zal er geen boterham minder moeten om eten en de rest van de Belgische bevolking, wel, dat ze hun plan trekt. Het verkeer in Brussel, ik sjees er door, rij voetgangers die het rode licht negeren gewoon van de baan. 10 punten en doef, een buggy erbij 10 punten bonus.

Wat zou ik me druk maken over weer tien broodjes en vijf soepjes die teveel besteld zijn en ’s middags in de vuilnisbak verdwijnen, de kantinekosten van het bedrijf zijn mijn zorg niet, ik ben geen aandeelhouder. Net zomin als de chaos en rommel en papier dat met hopen in de vuilnisbak verdwijnt en niet gerecycleerd wordt. Ik moet leren dat ik al lang Office Manager af ben. En milieu, ’t zal me worst wezen. Tegen dat de aarde om zeep is ben ik er al lang niet meer. Ik kan nog elke dag mijn douchke nemen.

Verdomme, en kankeren over het onderscheid tussen arbeiders en bedienden. Wat zou ik. Ik heb bediendenstatuut en alles wat erbij hoort. Laat de arbeiders maar garen. En radio en TV, maar neen, mijn verzuchtingen over de verkleutering en oppervlakkigheid, dat zit enkel in mijn hoofd, dat is helemaal niet zo. Ik kijk en luister gewoon niet meer. Enkel naar wat ik goed vind. Voilà, opgelost. Of me ergeren dat het niet geweten is door mensen die het zouden moeten weten dat er twee Jannen De Cocks zijn. Ik weet het en zijzelf zullen het ook wel weten veronderstel ik. Laat de wereld maar draaien, ik doe mijn ogen wel dicht.

IK heb het tenslotte toch goed. Kijk, zo gemakkelijk is het. De nieuwe ik is opgestaan.

Maar waarover moet ik dan schrijven?

dvd tip 07/1 – running on empty

RUNNING ON EMPTY – SIDNEY LUMET – 1988

Een nattezakdoekenfilm over outcasts, dwarsliggertjes, family ties, miserie, afscheid nemen en verdriet. Met de net als Heath Ledger veel te vroeg overleden veelbelovende acteur met de intrieste blik, River Phoenix (1970-1993).
Moet er nog zand zijn?

The moving tale of a young man whose parents were political agitators in the 1960s. Ever since, the family has been changing locations, changing their names, and hiding from the FBI. The young man wants to pursue a career in music, but he fears that his ever-changing identity will eventually expose his parents. (Bron: Rottentomatoes)

het leven zoals het niet meer is

DONDERDAG 24 JANUARI 2008

Ik moet op controle naar het ziekenhuis en heb besloten er een vrije namiddag aan te breien. De dag begint bijzonder goed. Ik stel vast dat ik mijn handtas vergeten ben op het werk. Die handtas is niet het probleem, maar wel de inhoud. Goed, dan maar zonder. Ik vertrek om half negen. In gedachten ben ik weeral met honderdeneen andere dingen bezig, waaronder voornamelijk het nadenken over leven en dood. Op automatische piloot neem ik aan het klaverblad de verkeerde oprit. Die welke ik elke dag neem om naar het werk te rijden, de andere kant uit dus. Eerstvolgende afrit rechtsomkeer. Half uur vertraging.

Ik ben niet zo thuis in ziekenhuizen en die dingen. Het interesseert me niet en ik heb er geen belangstelling voor. Ik ben er dus niet mee bezig. In het ziekenhuis begeef ik me naar de afdeling “beeldvorming”. Zoals verwacht, een massale opkomst. Niet erg, ik heb mijn krant én geduld. Bij het loket wordt me meegedeeld dat ik volgens mijn doktersvoorschrift een MR moet hebben en geen foto’s zoals ik dacht. Dit kan niet onmiddellijk, hiervoor moet een afspraak gemaakt worden. Ahja, inderdaad, dat herinner ik me nog van vorige keer. “Helaas mevrouw, dat kan pas volgende week, vrijdag om 7.35 u”. Ik ben niet uit mijn goed humeur te brengen. “O, geen probleem, ik kom dan wel terug.”

Ah, bedenk ik dan ineens, dan heeft dat geen enkele zin dat ik straks bij de dokter ga, zonder beeldmateriaal. Ik zal vlug naar het secretariaat gaan, om de afspraak af te zeggen en een nieuwe te maken. Ik herinner me echter niet meer zo goed waar dat secretariaat was, dus even naar het onthaal. “Er zijn nog honderden wachtenden voor u”. Nu ben ik er de persoon niet naar om zomaar mijn neus te steken over een persoon die geholpen wordt met de vraag “Sorry maar moet just iets vragen…”. Ik heb echter ook geen zin om een nummertje te trekken en te wachten tot het mijn beurt is. Ik zal wel zelf op zoek gaan. Ik dool door de gangen, ik dool op vijf verdiepingen. “Ja dames en heren, u zag me al drie keer passeren, en neen, ik wil echt niet opvallen.., ik zoek iets…”.

Na een kwartier en drie keer moeten gehoord te hebben van dames in witte kledij: “Da weetemen weir nie senne, wer kinnen nie alles weetn èj??“. (Voor de zoveelste keer stel ik vast dat er in Oilsjt niemand AN spreekt.) brandt de lamp: ik heb toch een papier in mijn handen met het nummer van het ziekenhuis er op? Ik ga dus even buiten en bel naar het algemeen nummer en vraag naar het secretariaat van dr xxx en maak een nieuwe afspraak. Buiten voor de deur van het ziekenhuis. Voorbijgangers vragen zich waarschijnlijk af waarom ik zo sta te lachen.

Terwijl ik het ziekenhuis binnenga om een parkingbonnetje, hoor ik een dame in kamerjas tegen haar gsm zeggen: “‘k moenaa azuë een tèrapie volgn ver me lièrn besig taagn, gewetjwel..”

Toch iets wat ik niet meer moet leren. Me bezig houden, bedenk ik vrolijk.

Ik besluit van toch maar naar Brussel te rijden om mijn handtas op te halen want de inhoud heb ik morgen nodig, je weet nooit wat je in Parijs tegenkomt. In Brussel bedenk ik, goh ik kan nu evengoed eens snel naar Leuven bij E. rijden, ’t is ondertussen middag en dan is er toch niet zoveel verkeer. Daar aangekomen zegt E.: “Ah, zou je misschien niet even snel aan de makro passeren, wanneer je terugkeert. Kun je wat vlees kopen om je nieuwe diepvriezer te vullen”. Goed plan. Zo gezegd zo gedaan. Aan de makro aangekomen verbaas ik er me over dat de parking praktisch leeg is. Blijgemutst alweer om zoveel goed geluk, waw, geen volk, parkeer ik bijna aan de ingang, alwaar een man staat in een fluojasje en me verwelkomt (wat een service, zo helemaal voor mij alleen) maar ook zegt: “Mevrouw, we zijn gesloten vandaag wegens inventaris, we gaan pas om drie uur open”. Ik krijg een bonnetje voor een gratis koffie, maar wachten tot drie uur, neen dat zie ik niet zitten, het is nog maar twee uur. Ik besluit dan maar naar huis te rijden maar ik bedenk, nog een optie, ik zal snel naar de Colruyt rijden. Aan de Colruyt gekomen staat er een file en de parking staat bomvol. Er hangt een spandoek: “Opening nieuwe winkel”. Ja hallo!! Rechtsomkeer.

Ik ben thuis om vier uur. Veilig. Er kan me niks meer gebeuren en niks kan nog fout gaan denk ik. Mijn vrij dagje zit er bijna op. Gevuld met dingen die stuk voor stuk moeten herhaald worden. Nutteloos dagje dus. Wat kan ik nu nog doen? Om zes uur moet ik naar de les.

Ik zit vijf minuten neer. Ik krijg telefoon dat de moeder van Nel overleden is.

Roze blogweek. Mijn voeten.

gezocht: tijd

‘ T IS EEN ROZE DROOM

Als jullie nu allemaal eens in grote massa breiwerk zouden kopen van mijn moeder voor veel geld dan kan ik misschien thuisblijven om de dingen te doen die ik graag zou doen. Bloggen bijvoorbeeld. En blogs volgen en lezen, wat er ook weeral de hele week bij inschiet. En reageren. En onzin verzinnen. Heerlijk moet dat zijn.

Een website opzetten voor mijn moeder of de tips opvolgen van een lezeres, zodanig dat het dan weer meer geld opbrengt (zie je wel, het is een vicieuze cirkel). Mijn e-bay verkoop verder uitbreiden – dat is ondertussen ook al meer dan een jaar geleden). De kranten uitpluizen en opvolgen wat er fout gaat in de wereld en daarover mijn bedenkingen neerpennen. Naar voorstellingen, concerten en tentoonstellingen gaan. En dan daarover recensies schrijven. Veel. “De voorstelling van de week gezien door de ogen van een leek”. Dat alles kon ik dan doen. Goh, wat een leuke dingen allemaal voor de mensen. En voor mezelf.

Mails sturen en klachtenbrieven schrijven. Zou ik geen dienst kunnen opzetten om klachtenbrieven te sturen voor u en andere mensen met klachten? Naar Telenet en zo. Ik doe dat graag. En nog liever voor anderen. Dan durf ik nog meer (’t is niet voor mij maar…). Of mailen naar Peeters&Pichal. Een gespecialiseerde zaagdienst om zo te zeggen. Een klachtenwebsite opzetten. Elke dag een klacht” wordt dan mijn slogan. En ik leg voor ieder van jullie een uitgebreid dossier aan. Dat is vanzelfsprekend inbegrepen in de prijs. En zo kom ik ook nog eens op de radio. Woordvoerdster der zeventenen en zeurkousen. Zalig.

Of gewoon om dit alles te kunnen doen eens de lotto winnen misschien. Ik ben niet veeleisend of hebberig. Een ander mag ook nog wat hebben. Net genoeg om mezelf elke maand een eigen loon uit te keren en heerlijk het leven verder te leven dat ik nu leef met het verschil dat ik niet meer moet gaan werken voor mijn loon.

Hemels toch. Een mens mag al eens dromen tijdens de roze blogweek. Zucht.

expo tip 05/1 – artefact festival

ARTEFACT FESTIVAL – 12-17 FEB – STUK KUNSTENCENTRUM – LEUVEN

De catalogus over de jaarlijks weerkerende culturele hoogdagen in Leuven viel vandaag in de bus. Tussen 12 en 17 februari a.s. kan u terecht in het Stuk om installaties, performances en concerten van verschillende kunstenaars met uiteenlopende achtergronden te zien of bij te wonen. Het ziet er aantrekkelijk en veelbelovend uit.

‘Capturing time, mapping the moment”

… brengt werk samen van kunstenaars die proberen een bepaald moment, een ruimte of een emotie vast te grijpen, te registreren of te reconstrueren. Ze onderzoeken de relatie en verschillen tussen menselijke, machinale of digitale herinneringen, een persoonlijk of collectief geheugen”

Iets wat me bijzonder bezighoudt en fascineert. En nog meer:

Enkele installaties en performances analyseren de macht van de media bij de beeldvorming van de geschiedenis en hoe wij ze ons herinneren. De impact op onze perceptie van de wereld, van kleine en grote gebeurtenissen staan centraal. De structuur van televisie, internet, het medium “film” en het cinematografisch beeld wordt gedeconstrueerd. De kunstenaars onderzoeken het moment of de ruimte tussen een gebeurtenis en de respresentatie ervan.

Alleen al voor de titel ga ik beslist een paar keer langs voor de performance op het binnenplein: “The Slow Inevitable Death of American Muscle” van Jonathan Schipper, oftewel zoals ik het hier uit de cataloog begrijp, een carcrash vertraagd weergegeven over zes dagen. Beweging is niet of nauwelijks waarneembaar maar toch zul je telkens verschil zien (een beetje zoals mijn Amaryllis de laatste week groeit dus: je ziet het niet en toch sta je elke dag versteld van de fenomenale veranderingen).

“Als we gebeurtenissen extreem vertragen kunnen we dan de echte impact begrijpen?”

Nog een greepje – en dan haalt u snel zelf maar de catalogus in huis – “Auditions for a revolution” van Irina Botea. De beelden van de bezetting van een televisiestudio tijdens de Roemeense Revolutie in 1989 gereconstrueerd en scène na scène nagespeeld.

Praktisch: de expo is doorlopen gratis te bezoeken van 10.00 u tot 22.30 u, weekend van 14.00 u tot 22.30 u. Tickets voor de voorstellingen kosten 5, 7 of 10 eur.

expo tip 04/1

la vita tinta di rosa

DE ROZE BLOGWEEK *** ZUCHT

***gezellig samen ontbijten op de bank voor de tv (op VPRO) op zondagmorgen met twee dreumessen tegen je aangeplakt***vlinders in je buik***met deugniet-zoon van tien kattekwaad uithalen in de GB en ernstige zoon van twaalf berispend toekijkend***moeder worden***in een te kleine tent met zijn vieren tegen elkaar geplakt in een pikdonkere nacht op een onreglementaire plaats overnachten***met vijftien rond moeders tafel hutsepot eten***waanzinnig verliefd zijn***roken***Jelle languit op de bank bulderend van het lachen om “The Simpsons”***nagefloten worden op straat***dolle pret in de Efteling***caféklets, tooghangen en napraten***twintig keer na elkaar De Samson Rock luidkeels meezingen met J&B in de auto op weg naar de vakantiebestemming***dansen in discotheken en op concerten***fier zijn op tienerzonen die teken- en verhalenwedstrijden winnen en tv-programma’s presenteren***jong en mooi zijn***kinderen die je nodig hebben***de eerste kus***knuffelkinderhandjes en -lijfjes***stiekeme afspraakjes in de Las Vegas in Reetveerdegem***

ZUCHT *** ALLEMAAL VOORGOED VOORBIJ!

dvd tip 06/1 – searching for bobby fischer

SEARCHING FOR BOBBY FISCHER – STEVEN ZAILLIAN- 1993

Vandaag is de wereldberoemde schaakgrootmeester overleden. Ik hoor hem net op tv beschrijven als “Arme man. Hij heeft zijn leven en carrière kapot gemaakt door zijn kwaadheid.” Kijk, dat zijn nu dingen die ik begrijp. Niet die uitspraak over hem maar hoe je dat kan doen en waarom je zo bent. En ik heb daar een andere mening over. Ik vind dat niet “arme man”. Ik vind het een eigenzinnig buitenbeentje. Een exentriek dwarsliggertje. Hij zal het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt hebben en zal misschien niet echt gelukkig geweest zijn. Geen leven om jaloers op te zijn, dat ook niet. Maar van mij krijgen zo’n mensen alleen maar respect.

Wanneer u iets meer wil te weten komen over het leven van deze man, bekijkt u best “Bobby Fischer, de dolende koning van het schaakbord” een documentaire van Kees Jongkind. Voor filmliefhebbers is “Searching for Bobby Fischer” een aanrader. Een prachtige schaakfilm van een regisseur die eigenlijk de grootste filmsuccessen behaalde als scenarioschrijver (o.a. Schindlers list). De film heeft niet rechtstreeks met Bobby Fisher te maken heeft, maar verhaalt over een getalenteerd schaakwondertje en het dilemma waarmee zijn ouders geconfronteerd worden.

Josh Waitzkin (Pomeranc) is een zevenjarig jongetje dat volgens zijn schaakcoach Bruce (Kingsley) legendarisch grootmeester Bobby Fischer voorbij zou kunnen streven. Het (waargebeurde) drama zit hem erin dat de vader Fred (Mantegna) begint te twijfelen over de richting van het leven van zijn zoontje: moet hij proberen om de jongen het uiterste uit zijn gave te laten halen, of moet hij hem laten opgroeien als ‘normaal’ kind. (Bron: Moviemeter.nl)

kort fragment helaas niet te vinden in originele versie,
u moet het met Italiaans stellen

brief aan een poetsvrouw

“IK VRAAG VOOR EEN NIEUW STOGZUIGEN ALS U WILLD DANK U”

Beste poetsvrouw,

Vandaag ga ik je een groot plezier doen. Ik ga je ontlasten van een taak die je zeer ostentatief en overduidelijk tegen je zin doet. Ik verlos je vandaag van iets waar je een grondige hekel aan hebt. Ik ga je tijd geven om andere dingen te doen, dingen die je liever doet. En ik ga je ervan weerhouden om nog je dagen vol te zuchten. Dat is echt geen leven voor jou. Het is genoeg geweest. Je moet wat plezier krijgen in je leven. En dus moet je echt niet meer komen om mijn vuile werkjes op te knappen.

Het is nochtans met veel spijt in mijn hart dat ik deze beslissing neem. Maar ik kan niet anders. Ik wil me niet langer slecht voelen door de manier waarop jij me behandeld. Als een kakmadam. Als een madame die te groot is om zelf haar badkamer en haar wc te kuisen. Want dat gevoel geef je me elke week. Ik zie je nooit en we communiceren via een opschrijfboekje, maar toch heb ik elke week weer dat vervelende gevoel door de manier waarop je mijn huis achterlaat.

En nochtans apprecieer ik ten zeerste wat je voor mij doet. Dat laat ik toch genoeg blijken. Schrijf ik niet elke week in grote letters: “BEDANKT!!” (ja, met twee uitroeptekens achter). Dat zegt MIJN baas niet wekelijks tegen mij. Is het ook daarom niet dat ik je zo goed betaal (ja, ik weet dat het zo is, want ik vergelijk met collega’s)? En ik gun je dat geld van harte. Echt gemeend waar. Want het genot van een proper huis is onbetaalbaar. En je komt en gaat wanneer je wil, ik geloof je op je woord wanneer je zegt dat je vier uur werkt – ook al lag ik eens ziek te bed zonder dat je het wist en merkte ik dat je binnen drie uur al weg was. Dat zegt toch allemaal genoeg.

Ik moet je laten gaan, helaas. Ik heb nu al bijna geen serviesgoed meer over omdat je het weer eens tegen je zin in mijn kasten gesmeten hebt. Van elk verrolbaar glazen tafeltje is ondertussen elk hoekje af omdat je het weer eens overduidelijk een zwier gegeven hebt waardoor het tegen de betonnen muur gevlogen is. Mijn stoelen zijn nu stuk voor stuk aan de leuningen beschadigd omdat je toch telkens weer de onbedwingbare neiging hebt van ze te ver onder de tafel te schuiven. Van de weinige vloertegels die ik heb zijn er ondertussen al twee gebarsten (hoe?) en je bent er ook in geslaagd alle glans van mijn meubels te krijgen door er elke week het stof mee af te nemen met de stofzuiger ipv met een stofdoek. De wastafels in de badkamer kunnen ook niet meer doffer, want daar heb je je volledig op uitgeleefd. (Waar vond je eigenlijk die staalborstel om ze zo ruw te schuren?)

De van vorige zomer pas herschilderde ramen vertonen alweer talrijke vliegenstrontjes omdat je enkel en alleen het glas met (een volledige per keer) keukenrol en glassex schoonmaakt en niet met emmer water en spons en zeemvel zoals ik je al meermaals gevraagd heb. En dan zwijg ik nog over het feit dat die ramen maar tot 1.97 cm hoog gepoetst zijn omdat jij niet op een laddertje durft. De spinnewebben met afgevallen plantenblaadjes in hangen er nu al zes weken maar ik (en mijn bezoek) zijn blijkbaar de enigen die dit zien. En ik ben het ook een beetje moe om achter je rug nog al het vuil dat je in de garage bijeengeveegd hebt (kan dat niet door de stofzuigermond misschien?) zelf op te vegen en in de vuilnisbak te deponeren. Dus eigenlijk kan je hier niet veel meer doen. Alles is gedaan.

Helaas, “ik vraag voor een nieuw stogzuiger als u willd dank u”, neen ik will niet want die stofzuiger is nog maar een jaar oud en ik heb op geen euro gekeken om je goed materiaal te bezorgen. En verder is er ook geen schoonmaakmiddel meer voorradig in de winkels want dat heb jij allemaal opgebruikt.

Dank je. En geniet nog volop van je leven! Maar ga vooral nergens meer schoonmaken.

(Ik had ook nog een paar ethische en morele bezwaren, maar die zag ik tegen al mijn principes in door de vingers om weer eens iemand een plezier te doen, maar kijk, daar ben ik nu in één ruk door ook vanaf)

een huis in toscane (2)

E’DA MOLTO CHE ABITA QUI?

Mijn dipje is over en wel geheel en al om deze reden: ik heb er eentje! De beste remedie!

Twee volle weken rust, cucina Italiana, betoverende landschappen, cultuur, schoonheid en centro storico’s. En verder eenzaam en alleen op mijn heuvel, ver weg van het dagelijks tranendal. Meer moet dat niet zijn. De rest van de wereld zie ik wel in boeiende reisreportages op tv en prachtige fotoboeken. Nog vijf maand te gaan. Ik heb mijn cursus Pronto weer bovengehaald.

Om alvast in de sfeer te komen, niet één, maar drie op een rij!

Italiaanse les (met wat Spaans tussendoor) – deel 8567 – laat de tongen maar rollen!

En, dames en heren, we gaan er stevig tegen aan. Alles geven!!

Om in alle rust te eindigen, een klassieke plakker:

fout gegoogeld?

JAN DE COCK(1) VS JAN DE COCK (2)

jandecock.jpg

In De Standaard van dit weekend lees ik bij “Gewikt en gewogen” de beoordeling over verschillende tv-programma’s. Bij de bespreking van Volt wordt ontwikkelingswerker Jan De Cock(1), waarvan Canvas Ter Zake vorige zomer de boeiende reportage “Tralietrotter” uitzond (een reportage vanuit de Kakwangura-gevangenis in het hart van Congo) en auteur van het boek “”De kelders van Congo”, verward met de beeldende kunstenaar Jan De Cock(2) (de jonge Belg die internationale furore maakt.) Vreemde verwarring, want meer uitersten kunnen twee mensen niet zijn, ook fysiek.

“De tweede disgenoot, iemand van de vereniging De Rode Antraciet” zat er vor spek en bonen bij en de interessantste gast, de kunstenaar Jan De Cock, die zich liet opsluiten in gevangenissen over heel de wereld, kreeg nauwelijks de tijd om zijn verhaal te doen.” (lb)

Ik heb in elk geval Jan De Cock(2) niet in de studio zien zitten. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat (lb) Jan De Cock(1) met zijn gevangenisavonturen eveneens een échte (levens)kunstenaar vindt. En dat ik deze woordspeling dan helemaal fout begrepen heb.

(Sorry, ik kan het niet helpen, maar over zo’n dingen, ja, daar struikel ik over.)

elders 01/1

ZO HOORT U HET OOK EENS VAN EEN ANDER!

Ik heb een dipje. Niet bij gebrek aan inspiratie, oh neen. En niet bij gebrek aan gerdernissen. Al helemaal niet. Maar anderen kunnen het allemaal zoveel beter en zoveel mooier schrijven. Wat ik denk of waar ik mijn beklag wens over te doen. Een ik-kan-het-niet-dipje dus.

Vandaar dat ik een nieuwe rubriek wil invoeren. “Anderen schrijven delen mijn mening”. Waar ik zelf vijf dagen zou over doen wegens gebrek aan tijd, wegens het opzoeken van de nodige bevestigingen van wat ik schrijf (checken en dubbelchecken), wegens het oneindig lang zoeken naar de juiste verwoording en eindeloos corrigeren van zinnen die me niet bevallen. Om dan tegen dat het klaar is, te ondekken dat er al iemand anders nét dat over schreef wat ik al een hele week wou zeggen.

Wanneer iedereen iets doet, heb ik er zelf niet meer zo’n zin in: zich ergeren en klagen wordt blijkbaar ook een trend. Nooit eerder zijn er meer logs geschreven dan over het nieuwe journaal en de website van onze openbare omroep. Maar laten we dit vooral positief bekijken, het bespaart me tijd en ik hoef u alleen maar door te verwijzen. Een gids a.h.w. Een beroep dat ik altijd graag had willen uitoefenen. (Kijk eens aan, ook al een deel van een niet-aan-mij-gestelde vraag beantwoord in het kader van de stokjes-hype: “Wat had u later willen worden”?)

Deze week dacht ik na (in ietwat eenvoudiger en gesimplifieerd gefilosofeer) over wat Johan Sanctorum grandioos neerschrijft, ergerde ik me aan mediafiguren die tegen bloggen zijn maar wat Daniel treffend schreef en waar ik niks meer aan toe te voegen heb, en ben ik het helemaaL eens met wat een blogdieiknietmagvernoemen schreef over de website van De Standaard. Zelfs een deftige dame die het bloggen nog maar net ontdekt heeft vangt deftiger dan ik een stokje.

Ik bedacht ook dat het heel erg kan verkeren in ’t leven: wat in mijn kinderjaren voor een negatieve stempel zorgde, moest gemeden worden door klasgenootjes en vervloekt werd door de nonnen en dorpsnotabelen, is nu zo hip dat zelf de Archiduc staat te dringen voor een plaatsje op de lijst. En dat ik er dus ook niets moet over schrijven, want dat Radio Plasky dat al beter deed. Die dingen hielden me dus bezig.

Verder las ik met veel interesse Josse&Fidel en Benny op Cuba. Stukjes geschreven vanuit een andere invalshoek over een onderwerp waar ik niets van afweet en dus ook helemaal niets zou over geschreven hebben, maar waarvan ik de artikels in Humo las en uit eerste hand de Cubaanse hel verhalen hoorde.

Tenslotte wil ik nog een oproep doen aan mijn lezers om een prangende vraag te beantwoorden, zodanig dat de bezoekers die deze week op mijn blog terechtkwamen via de zoekterm Sletten te Aalst? ook bediend worden.

vrouw met drie dingen

WIE NAAST HET STOKJE GRIJPT, VALT

Tekstjes schrijven, anders niks. Dat ging ik doen. En alle neveneffecten van “bloggen” ging ik aan mij laten passeren. Maar. Een stokje toegeworpen door één van mijn oudste blogbezoekers/lezers, dat kan ik niet afslaan. En toegegeven, het eerste stokje zou op een onverzettelijke “njet” gestoten hebben. Met dit kan ik uit de voeten. Muziek. Blunders. Dat past bij me.

DRIE BANDS OF ARTIESTEN DIE JE DIT JAAR HEBT LEREN KENNEN

Ik heb een zeer uiteenlopende muzieksmaak. Een aantal artiesten/bands zijn al op andere blogs vernoemd bij het doorgeven van de stokjes. We kunnen niet heen om Amy Winehouse (gehoord op Radio1), Kate Nash (getipt door Het grote verlangen), Beirut (alle mogelijke media). De eerste stoort niet en mag ik graag horen wanneer ze op de radio komt, maar een cd zal ik me er niet van aanschaffen. De twee andere heb ik in huis maar Kate heeft me bij nader inzien niet echt van mijn sokken geblazen. Beirut zal een blijver in mijn cd-collectie zijn denk ik. Nog vele andere nieuwe namen zijn de revue gepasseerd maar daarvan zijn er me weinig bijgebleven.

Drie dus:

  1. Eén fenomenale uitschieter in het najaar: YEASAYER
    Een collega die mijn liefde voor muziek kent, kwam me begin november (meen ik) enthousiast medelen dat hij het optreden van het jaar meegemaakt had in de “Charlatan” in Gent. Ik moest absoluut luisteren. Hij had een cd, maar die gaf nog niet half weer hoe het optreden geweest was, zei hij. Hij bezwoer dat we nog veel van deze groep zouden horen. Deze zouden het maken. En hij had gelijk, ook ik was meteen verkocht. Nog niet veel van te vinden op youtube, nog geen cd’s gezien in de fnac. Ik heb voorlopig (en tegen mijn principes) een copietje tot de échte cd in de winkel ligt (ja, ergens op het web zal ze wel te verkrijgen zijn, maar ik ben een winkel-fan). Was het een plaat geweest ze was al grijs gedraaid. In het voorjaar in de AB, ik zal er bij zijn, en mijn collega hoogstwaarschijnlijk ook. Absoluut in het oog te houden. (Mijn CD 05/1 tip die al een aantal dagen leeg staat te blinken, moest deze worden, maar ik wachtte gewoon nog steeds op de échte cd, ook het hoesje is voor mij belangrijk)
  2. Een naam die ik al langer kende, maar waar ik eigenlijk dit jaar voor het eerst écht serieus beginnen goed naar luisteren ben en dus écht ontdekt heb, voor velen zal dit helemaal niet nieuw zijn. Ik was verbaasd waarom ze eerder altijd wat aan mijn aandacht ontsnapt waren, want ik vind ze grandioos: THE MOLDY PEACHES
  3. Ook niet echt een nieuwkomer, maar bij mezelf dit jaar met twee cd’s doorgebroken: NOUVELLE VAGUE. Een Franse groep, ietwat bossanova-achtig, die vooral covers brengt. Easy listening op zijn best, goed voor de late uurtjes.

Voor 2008 is de eerste tip al binnen, dit ga ik zeker in het oog houden.

    DRIE DINGEN DIE JE AFGELOPEN JAAR HEBT MEEGEMAAKT, GEHOORD,.. EN DIE JE ALTIJD ZULLEN BIJ BLIJVEN

    “Altijd”, dat kan je nooit op voorhand weten. Soms zijn er dingen in je leven waarvan je op het moment zelf denkt dat je het nooit zal vergeten, maar waarvan je achteraf zelfs al eens moet nadenken in welk jaar dat nu precies was. “Altijd” kan je pas zeggen in het perspectief van wat je achteraf nog meemaakt. Maar een poging. En een uitbreiding tot “waar heb je je het meest aan gestoord”:

    1. Op persoonlijk vlak, en met weinig woorden: gezondheidsproblemen. Nieuw en onbekend. Babyboom in mijn vriendenkring, afgesloten met het heuglijke nieuws dat het laatste paar eindelijk hun adoptiekindje mag afhalen in China. De verhuis van één van mijn beste vriendinnen naar Azië
    2. Op breder vlak, maar ik denk dat ik dit wel elk jaar onder een andere vorm meemaak, dus ga ik het niet echt specifiëren: er niet in slagen mensen wakker te schudden, te doen nadenken. Nog maar eens bevestigd zien dat er mensen zijn voor wie geld en macht en roem het belangrijkste is. Dat er eikels en zijkels bestaan en dat je die, hoe hard je ook probeert, nooit kan ontlopen en altijd wel ergens onder één of ander menselijk specimen tegenkomt. Mensen die hun titels nodig hebben om indruk te maken. (Hé, daar zit nog een goed blogstukje in!)
    3. En waar ik de meeste energie ingestoken heb onder de vorm van gerderen en reageren: de nog steeds verder zettende verkleutering van de media. (Maar ook dat zei ik vorig jaar al, bedenk ik me ineens.) Openbare omroep Radio1, herhalingen, kleurtjesjournaals, media die meer geïnteresseerd zijn in de capriolen van nitwits bv’s of de trouwplannen van een president dan waar het in de wereld echt om draait In onze Westerse wereld draait het hier dus wel degelijk om. Beter is: zaken die er wel zouden moeten toe doen en zouden moeten belangrijke zijn. De verdere privatisering van belangrijke sectoren die moeten voorzien in onze primaire (Westerse) behoeften en de onverschilligheid van grote bedrijven tegenover kleine klanten.

      (VRESELIJKE) BLUNDERS DIE JE IN 2007 OP JE NAAM STAAN HEBT.

      Een gemakkelijke. Nochtans, dit jaar niet van de tribune gedonderd voor een halfvol Flanders Expo, noch mijn rok verloren bij het van de trein stappen en zelfs niet aan iemand die niet eens zwanger bleek gevraagd wanneer ze moest bevallen. (Dàt vraag ik trouwens nooit meer. Aan niemand. Ook al staat ze op springen.) Echte blunders op professioneel vlak maak ik gelukkig niet meer, maar voor de rest is mijn leven één aaneenschakeling van blunders. Smsjes sturen naar mensen voor wie ze niet bedoeld zijn. Aan de telefoon mensen met mevrouw aanspreken terwijl het mannen zijn. Goedbedoelde opmerkingen maken die zéér fout geïnterpreteerd worden.

      Meestal beleef ik er eindeloos meer (na)pret aan dan degene die er ietwat genant staat op te kijken of het met open mond aanhoort. Verstrooid, rare dingen zeggen, woorden dooreenhaspelen omdat mijn denken flitsender is dan mijn spreken, zingen op straat, idioot lachen naar voorbijgangers. Of dit nu echt onder de noemer “blunders” valt, laat ik aan jullie over. Interpreren als een “stand-up comedian” irl maar met op scène de komiek die zelf het hardst om zijn eigen domme moppen moet lachen, kan ook. En als voorbeeld omdat het toch al getypt staat, dit grappig voorval .

      DRIE DINGEN DIE JE HEEL STIEKEM ONGELOOFLIJK TROTS (is al meer dan genoeg -a- ) MAAKTEN

      1. Een volledig jaar én een maand gestopt met roken. En daar ben ik niet stiekem trots op. Ik, die alleen uit pure dwarsliggerij zou blijven roken zijn. Omdat iedereen zegt dat het zo slecht is en niet meer mag en het nergens meer toegelaten is. Zo iemand dus. Gestopt! En nog een volhoudertjes: avondschool Kleding gevolgd en nu al het tweede jaar (“Mantel en jas”). Het ongelooflijke plezier ontdekt – tot onbeschrijflijke verbazing van mijn moeder- van patronen tekenen, stoffen knippen en de dingen in elkaar zetten. Afgewerkt dit jaar: een zestal rokken en drie jurken. (Ja, ik doe nog wat anders dan bloggen.)
      2. Mijn goed geheugen. Niet enkel dit jaar, dat dient me al vele jaren. Een rondlopende google als het ware (dit is lichtjes overdreven, maar dat had u natuurlijk zelf ook door). Dat collega’s met vragen komen als: “wanneer, waar, hoe, (met) wie hebben we … gedaan, gekocht, geboekt,…” “In welke film, boek, tv-serie komt…. voor (situatie, personage, gebouwen, landschappen, landen,…” “van wie is die muziek, film, tv-serie, gebouw, schilderij, ontwerp, meubel…” “Wie is minister, president, voorzitter, directeur van …” Ga zo maar door. Als ik iets lees, zie, hoor dan schiet er bijna automatisch iets gelijkaardigs door mijn hoofd wat ik eerder gezien, gelezen, gehoord heb. Helaas is dit talent, gecombineerd met een zeer brede interesse, echter hooguit goed voor deelname aan wat kwisjes en komt het ook van pas om mensen te confronteren of op hun plaats te zetten met hun eerdere uitspraken. Helaas brengt dit ook mee dat ik elke dag bevreesd dat ik me ineens niks meer zal herinneren. En helaas wordt het om verschillende redenen meer en meer enkel nog door van-voor-de-fusie-collega’s erkent en is het minder en minder geweten of geapprecieerd door anderen. Dus ik ben er eigenlijk niks mee. Waar ik mijn sleutels gelaten heb of mijn gsm, dat weet ik echter nooit en ik kan ook geen enkel, maar écht geen enkel gsm-nummer onthouden, ik ken zelfs dat van mezelf niet uit mijn hoofd.
      3. Ik kan ook kunstjes: blind (en op de enige échte manier, héél lang geleden geleerd met kleurtjes in bijles op vrije zaterdagen) typen – een mail bijvoorbeeld – terwijl ik naar een gesprek aan het luisteren ben, voorwerpen opnemen met mijn tenen. En ik ben dol op spruitjes, wat ook niet iedereen kan zeggen!

        DRIE MENSEN DIE JE HIERMEE WIL LASTIGVALLEN

        Voor mijn part de volledige blogwereld en mijn eigen lezers en bezoekers, dus wie zich aangesproken voelt, grijpt. Maar ik moet er drie kiezen: mijn eerste gedacht was Luisindepels (ik was vooral benieuwd naar de muziekvraag), maar die wil niet, en een deftige dame, maar dat moet eerst voorgelegd worden op een redactievergadering, dus worden het:

        1. DANIEL
        2. OKER
        3. VANDEPOTGERUKTE (die ik het heel graag wil horen tot op het bot afbreken)

        Maar niks moet!

        boekentip 03/1 – nefast voor het konijn

        NEFAST VOOR HET KONIJN – HUGO MATTHYSEN

        De heer Matthysen bevalt me zeer. Al jaren. En verveelt nooit, dit geheel in tegenstelling tot zijn bloedbroeder Bart Peeters die ik hoe langer hoe meer een in-zware-midlife-verkerende-vooraltijd-jong-willen-blijvende-totaal-niet-meer-grappige-bekkentrekker zou willen noemen. Ik hou van de eerste zijn schrijfsels en ik hou van zijn humor. Absurd, poëtisch, doordacht. Leugenpaleis, peulengaleis, colums in Humo. Ik ben onvoorwaardelijk fan en ik vind het één van onze grootste humoristen. Niet verwonderlijk dus dat ik dit boek in huis haal. Het perfecte tussendoorboek om ergens in een verloren hoekje te laten liggen en even bij te verwijlen. Aan de trap bijvoorbeeld wanneer je wil naar boven gaan.

        “Grappig, onthutsend, en op tijd en stond psychologisch raak: dit is de wereld van deze verzameling verzinsels, een wereld van doordachte nonsens, driedubbele bodems en poëtische grotesken. En met de nodige aandacht voor de pijn van het zijn, die nefast is voor het konijn. Hugo Matthysen bewerkte voor dit boek met harde hand het beste uit tien jaar bijdragen voor Humo “(Bron: achterflap boek)

        Ik neem zelfs de moeite om een stukje voor jullie over te typen, omdat dit een quasi weergave is van het soortement dialoog wat zich tussen mij en mezelf afspeelt wanneer ik een poging doe om een logje te schrijven.

        Een spannend verhaal

        Zoals elke zondagmiddag ging Sofie eten bij haar ouders. Eens de soep was uitgeschept, sprak moeder: “Zeg Sofie, nu moet ik je toch eens iets vertellen.”
        “Je moét iets vertellen?” zei vader. “Vreemd. Enfin, ik heb het in mijn leven al een paar keer meegemaakt. Op school bijvoorbeeld, elk jaar in september. Dan moésten we iets vertellen over onze vakantie. Maar ga verder, Sonja. Je moet dus iets vertellen. Van wie?”
        “Ja zeg, Erik!” zei Sonja. “Dat is maar bij wijze van spreken. Natuurlijk moet ik niks vertellen!”
        “Papa, laat mama nu eens gewoon haar zegje doen”, zei Sofie.
        “Natuurlijk, geen probleem”, zei Erik. “Begin er maar aan, Sonja. Ik en heel benieuwd. Spannend. Een vertelling!”
        “Wel ja. Eh… ja. Ik liep vorige week door de Stationsstraat…”
        “Welke dag?” vroeg Erik.
        “Dat weet ik niet meer”, zei Sonja. “Ik loop bijna elke dg door die straat. Heeft ook geen belang.”
        “In dat geval, Sonja, kan je misschien beter beginnen met: op een dag liep ik door de Stationsstraat.”
        “Goed. Oké. Op een dag liep ik door de Stationsstraat. Ik zag daar plots iemand aankomen en ik dacht: tiens, die komt me bekend voor…”
        “Je zag daar plots iemand aankomen? Kwam die iemand uit een rioolrooster opgedoken? Sprong die uit een raam naar buiten?”
        “Neen, die kwam daar gewoon aangewandeld.”
        “Wandelen en plots zijn dan tegenstrijdig”, zei Erik. “Ik zou dan zeggen: en wie kwam daar aangewandeld? Die vraag maakt het ook wat spannender.”
        “Vooruit dan maar”, zei Sonja. “Op een dag liep ik door de Stationsstraat, en wie kwam dar aangewandeld?”
        “Veel beter, vind je ook niet, Sofie?” vroeg Erik. “Nu hebben we een moment van spanning. We vragen ons af: wie zou dat toch zijn? Wie kwam daar aangewandeld, toen mama op een dag door de Stationsstraat liep. Maar ga rustig verder, Sonja.”
        “Wel,” zei Sonja, “op een dag liep ik dus…”
        “Dat weten we al, Sonja”, zei Erik. “We weten dat je op een dag door de Stationsstraat liep enzovoort. Hou ons niet langer in spanning. Wie was het?”
        “Het was Marthe. Ze sprak me direct aan. Ha dag Marthe, zei ik, dat is lang geleden. Zeg, zijn dat jouw kinderen?”
        “Wacht, nu wordt het een beetje verwarrend”, zei Erik. “Je zegt dat Marthe je aansprak. Maar dan vervolg je met wat jij tegen Marthe zei. Dus jij sprak haar
        “Is dat die Marthe met wie ik op de lagere school heb gezeten?” vroeg Sofie.
        “Ah ja, natuurlijk”, zei Sonja.
        “Niet alles tegelijk!” riep Erik. “Daar is niks natuurlijk aan. Er zijn veel Marthes. maar de belangrijke dingen eerst. Er waren dus kinderen bij?”
        “Ja, een baby in een buggy, en ze had een peuter aan de hand” zei Sonja.
        “Amai!”, zei Sofie. “Heeft Marthe al twee kinderen?”
        “Sofie, laat mama het nu eens uitvertellen?” zie Erik. “We waren op het punt waar mama aan Marthe vraag: zeg, zijn dat jouw kinderen? Had je daar dan twijfels over, Sonja?”
        “Nee, natuurlijk waren dat haar kinderen”, zei Sonja. “Als ik verbaasd zeg: zijn dat jouw kinderen? dan bedoel ik daar mee: o, ik wist niet dat jij al twee kinderen had!”
        “Dus als ik aan de visboer vraag: zijn dat verse tongetjes? dan bedoel ik daar eigenlijk mee: o, ik wist niet dat je verse tongetjes had!
        “Papa”, zei Sofie, “ik weet niet of je het zelf in de gaten hebt, maar je zit hier verschrikkelijk te vitten. Hou daar mee op.”
        “Goed. Ik zal nooit meer interessante vragen stellen als iemand wat vertelt. Zal ik misschien meteen in de garage gaan eten?”
        “Papa!” zei Sofie, en ze liet haar ogen bedenkelijk rollen. “Vertel verder, mama. Marthe heeft dus al twee kinderen. Dat wist ik niet.”
        “Ik wil nog één dingetje zeggen, en daarna ga ik echt zwijgen”, zei Erik. “We weten nog altijd niet of het haar kinderen zijn. Misschien waren het die van haar zus.”
        “Marthe heeft geen zus.”
        “Of van iemand anders. Misschien had ze die kinderen net ontvoerd. Maar laten we er even van uitgaan dat het inderdaad haar eigen kinderen waren. Waarom dan maar twee? Marthe is net zoals jij zevenentwintig, niet? Dan kan die toch gerust acht, negen kinderen hebben? Dat zou pas spectaculair zijn. Nu begrijp ik ook, Sonja, waarom je zei: ik moet je wat vertellen! Want een jonge vrouw met negen kinderen, dat zie je niet vaak, toch niet in onze streken, dat is echt wel het vermelden waard. Bedankt voor het spannende verhaal, Sonja.
        En wat krijgen we als dessert?” (Hugo Matthysen)

        dereactie.be

        OF HOE HET ECHTE NIEUWS ONDERTUSSEN VERGETEN WORDT

        Neen, ik ga het niet hebben over de vernieuwde website en de vernieuwde journaals van onze openbare omroep. Dat hebben anderen gisteren genoeg gedaan op diverse blogs. Had ik nochtans geen patent op grollen en gerderen? (tussendoortje om te la-a-a-a-c-h-en…) Maar goed, alles is gezegd en geschreven hierover. Enkel toevoegen dat ik het decor van Terzake best geslaagd vind en ik bevestigd zag dat Annelies Beck op TV hoort en niet op radio1.

        Ik wil het even hebben over een zeer interessant item gisteren in Terzake. Want het nieuws zou zowaar vergeten worden. Het proces Lernout&Hauspie is weer van start gegaan. Al eerder schreef ik dat ik er zo graag wil blijven in geloven dat deze twee mannen werkelijk dromers en ware “inventors” zijn die in de val gelopen zijn van gehaaide zakenmannen. Dat ze niet genoeg zakelijk inzicht of interesse hadden om te zien wat er met hun bedrijf aan de hand was. Dat ze gemanipuleerd en belogen geweest zijn. En deel ik de overtuiging dat belangrijke partijen, waaronder een grote bank, niet op de beklaagdenbank zitten en de dans ontspringen.

        Gisteren werd deze – waarschijnlijk naiëve – stellingname van mij nog wat meer ondersteund door de aandoenlijke verklaringen van Jo Lernout. Aandoenlijk, maar het blijft intrigerend en fascinerend en er is volgens mij toch veel meer aan de hand geweest dan we ooit zullen te weten komen. Intriges op wereldschaal. Inlichtingendiensten. Terreurorganisaties. Duitse spionnen. Deze termen vallen allemaal. Ik kijk teveel naar films, ik weet het. En soms heb ik neiging om een non-fictie verhaal in gedachten al te laten eindigen als fictie. Maar ik ben in elk geval zeer benieuwd naar het verdere verloop van dit proces. Te volgen!

        Maandag wordt het proces over grootschalige fraude bij het failliete spraaktechnologiebedrijf L&H voortgezet. De beklaagden hebben de kans gekregen om hun verdediging uitgebreider voor te bereiden en zijn vanaf nu aan zet. Mogelijk halen enkele beklaagden de rol aan die de buitenlandse inlichtingendiensten hebben gespeeld in het bedrijf.

        Op de website van P-magazine maandag en in de papieren editie van P-magazine dinsdag verschijnen alvast twee artikels die grote vragen stellen bij die rol. Diverse partijen hebben het – tot grote ergernis van het openbaar ministerie- op het proces voor het Hof van Beroep in Gent al meermaals aangehaald: niet iedereen die een hand had in de fraude, zit op de beklaagdenbank. Meestal werd dan verwezen naar raadgevers van het bedrijf, maar volgens journalist René De Witte zijn ook enkele Duitse spionnen op het L&H-proces ‘de grote afwezigen’.

        Dat L&H de interesse wekte van buitenlandse inlichtingendiensten, wordt al langer geponeerd. Enkele van de hoofdbeklaagden zijn er van overtuigd dat er een Amerikaans complot was om L&H, gezien het strategisch belang van haar technologie, ten gronde te richten. In P-magazine van deze week worden vooral grote vragen gesteld over de interesse van de Bundesnachrichtendienst (BND), de Duitse inlichtingendienst en het optreden van enkele van de BND-spionnen. Zo is er Stephan Bodenkamp, een topman van de BND die de terrorismebestrijding tussen de VS en Duitsland coördineerde. Hij raakte via een overname betrokken bij L&H. Bodenkamp werd na een overname door een Duits dochterbedrijf van L&H in de tweede helft van de jaren ’90 betaald door het spraaktechnologiebedrijf. (Bron: GVA)

        Hier kan u een bevattelijk rapport L&H lezen.
        Hier kan u nog een artikeltje lezen
        Hier ziet u een lijstje van een aantal blogs die gisteren over “de redactie” schreven, ze allen aanhalen is niet doenbaar.

        tv tip 06/1 – seven ages of rock

        SEVEN AGES OF ROCK – NED3 – DONDERDAG – 23.30 u

        Vorige week zag ik het eerste deel van deze 7-delige Britse serie van William Naylor uit 2007 over rock, de belangrijkste muzikale stroming in de populaire muziekcultuur. Aan de hand van zeven rock-iconen worden zeven perioden uit de rock voorgesteld. Weinig nieuws voor oudjes en die hard muziekliefhebbers, maar ik heb toch weer uitermate geboeid gekeken. Muziek blijft hoe dan ook fascinerend en in deze serie wordt het weer eens vanuit een andere invalshoek bekeken. De eerste aflevering ging over het ontstaan van de echte rock met fenomenen als The Who, Bob Dylan en The Rolling Stones en eindigde rond het monument Jimi Hendrix. Een mijlpaal omdat hij feilloos alles samenvatte van wat aan “muziekvibes” voorafgegaan was en zo aan de grondslag lag van de rock. En omdat hij de voorloper was van alles wat nog moest komen. Een aanrader, je blijft kijken! (En om de dames over de streep te trekken: de voice-over is van Julian Rhind-Tutt)

        (Kijk hier waarom er een levensgrote poster van Mick Jagger
        op mijn internaatskamertje hing)

        Extratip: Op Canvas begint deze reeks vanavond, dus u kan de eerste aflevering nog meepikken.

        de eenzame fietser

        RIJBAAN PARKEERPLAATS FIETSPAD STOEP

        Sommige dingen begrijp ik dus echt niet. Ik kan er niet bij. Architecten die gebouwen ontwerpen waar je niets mee kan aanvangen. Je kan niet aan de ramen om ze te reinigen of ze zetten een trap voor het raam. Interieurarchitecten die meubels ontwerpen waar je alleen maar last mee hebt. Vierkante wastafels bijvoorbeeld waarvan je nooit grondig de hoekjes kan schoonmaken en die zoals in de goede oude tijd OP tafelbladen worden geplaatst, met het verschil dat er dan wel geen waterkan naast staat maar dat er moeten aansluitingen voor kranen en afvoer voorzien worden. Ik vind het onpraktisch, lelijk en overbodig. Zo kan ik nog wel tijdje doorgaan over uiteenlopende gekkigheden. Die nog weinig te maken hebben met goede zuivere architectuur en design, maar leukigheden en overbodige frivoliteiten zijn. Maar daar wou ik het eigenlijk niet over hebben.

        Gezond verstand. Ik breek me al vanaf de eerste keer dat ik het zag het hoofd over de reden van de manier waarop nieuwe wegen worden aangelegd. Sinds kort is er in mijn dorp over een afstand van ongeveer 1 km een nieuwe weg aangelegd. En het is weer van ’t zelfde. Het ziet er allemaal heel goed uit, maar ik blijf met een prangende vraag zitten. Ik legde ze al voor aan verschillende mensen in mijn omgeving en ze kunnen allemaal maar één enkele reden bedenken. Maar ik vind het geen doorslaggevend argument om zo’n wegen te bedenken en aan te leggen.

        Hebt u hier al eens bij stilgestaan:

        Waarom leggen ze onmiddellijk NAAST de rijweg het fietspad en dan de parkeerstrook en dan de stoep?
        Waarom niet in deze volgorde: rijweg, parkeerplaats, fietspad, stoep?

        <>

        afbeelding-070.jpg

        Iedereen antwoordt me dat dit bedoeld is als snelheidsremmer. Idioot vind ik het. Om de parkeerstrook op te rijden moet je het fietspad kruisen en om ze te verlaten ook: gevaar voor fietsers. Zo simpel is het toch? Wanneer de parkeerplaats naast de rijbaan komt te liggen, dan wordt er automatisch een buffer gecreëerd tussen rijweg en fietser. De parkeerplaats wordt onmiddellijk bereikbaar vanaf de rijweg. Veel veiliger voor de fietser toch?? De fietser heeft a.h.w. een muur van stilstaande auto’s tussen hem en de rijweg, waardoor hij niet kan meegesleurd worden door een voorbijrijdende auto. En ook voor de voetgangers is het veiliger.

        Snelheidsremmend. Mijn voeten. Waarom zouden geparkeerde auto’s dan niet snelheidsremmend werken?? Een automobilist rijdt liever een fietser omver dan tegen een geparkeerde auto op te rijden bij een slippartij of een onverwachte uitschieter te wijten aan overdreven snelheid? Fietsers worden beschouwd als “snelheidsremmers”. Is dat de redenering?

        Kent iemand het antwoord?? Is er onder de genieën stedebouwkundigen/architecten/ingenieurs nu eens nooit iemand die deze bedenking maakt? En indien toch, wat zijn dan de argumenten om te volharden in de boosheid?

        Ik zou het graag weten, ik erger me er dagelijks aan.

        dvd tip 05/1 – the station agent

        THE STATION AGENT – THOMAS McCARTHY – 2003

        Thomas Mc Carthy heeft meer films op zijn cv staan als acteur dan als regisseur. Als laatste is hij me echter meer bijbebleven dan als eerste. En dat komt door dit charmante, heerlijke filmpje over willen met rust gelaten worden, alleen zijn en vriendschap. (Tagline: Loneliness is much better when you have got someone to share it with)

        Vaak is heel goed aan te geven waarom een film wel of niet werkt. Er zijn talloze argumenten te verzinnen waarom The Butterfly Effecteen slechte film is. En er zijn er evenzoveel waarom je kunt stellen dat Eternal Sunshine of the Spotless Mind wél werkt. Maar met Lost in Translation wordt dit al een stuk lastiger. Want hoewel de dialogen en het acteerwerk dik in orde zijn, schuilt de werkelijke kracht van deze film in het onbenoembare; het is een gevoelskwestie en uiterst subjectief. Met The Station Agent is iets vergelijkbaars aan de hand. Een plot is er nauwelijks en de dialogen zijn spaarzaam. Maar in de lange stiltes tussen de gesprekken in ontstaat iets onbeschrijfelijks, dat vooral appelleert aan het gevoel. Dit raakt je, of niet. En hier zijn geen argumenten voor te vinden. Dit maakt het schrijven van een recensie over The Station Agent dan ook zo lastig. Desalniettemin een poging. (Ruben Heijloo – FilmTotaal – vervolg lees hier)

        Als een (semi-)professional het er al moeilijk mee heeft, hoe zou ik het dan willen proberen? Ik kan er weinig aan toevoegen en bevestigen wat hij schrijft: het heeft me gepakt en ’t is heel schoon, ontroerend, grappig en simpelweg groots in zijn kleinheid. Kijken!

        (En Heijloo zit helemaal juist wanneer hij het woord “subjectief” gebruikt: Lost in Translation heeft mij helemaal niet “gepakt”, ook niet bij een tweede visie. )

        de niet gebeurde diefstal

        WEDDEN DAT… ALLES GOED GAAT IN 2008?!

        Wie zegt dat er niks meer veilig is voor graaigrage handen?

        Vanmorgen kom ik buiten en stel ik vast dat het kofferdeksel van mijn auto nog wagenwijd openstaat. Gewoonweg vergeten dicht te doen gisterenavond. Er lag een koffertje in met 7 keukenmessen en bijbehoren. Een Floss-lamp. Een paar schoenen van Bruno Pieters. Een zak met twee truien en één jurk net gekocht bij Stijl. Handgebreide sjaals en mutsen (gevonden jeuh euh maar bijna weer kwijt!). Denkt u dat er iets verdwenen was? Zelfs mijn auto niet.

        Mabaneen. Ik zeg het u, ze proberen ons gewoon iets wijs te maken… Dat we een alarminstallatie en zware sloten en driemeterhoge afsluitingen nodig hebben. Commercie ja, dat is het.

        Een http://www.stickdeath.com sticker op je auto is voldoende.

        In dezelfde categorie verstrooidheden vallen: twee dagen van huis weg met voordeur open, sleutels op deur laten zitten aan buitenkant, zowel bij huisdeur als autodeur, garagepoort wijd open zonder dat er iemand thuis is… enz. Kom binnen en zet u!

        alles is al gezegd en geschreven

        “GET ANOTHER SOURCE! IT WOULD BE NICE IF WERE RIGHT”

        Gisteren bekeek ik nog eens “All the Presidents Men”. Een meesterwerk uit 1976 van Alan J. Pakula. Lang geleden dat ik deze film nog eens zag en ik moet zeggen, het blijft een dijk van een film. Maar daar wil ik het nu niet zozeer over hebben.

        Tijdens de visie van deze film heb ik me een paar bedenkingen gemaakt, een paar vaststellingen gedaan en meerdere keren gezucht. Deze film is niet alleen boeiend omwille van het Watergate schandaal, maar geeft ook perfect weer hoe de journalistiek veranderd is en de visie op nieuws en nieuwsgaring. Voor alle duidelijkheid: ik heb met dit beroep niks te maken, het gaat hier geheel over mijn eigen indrukken, hoe ik het ervaar als krantenlezer.

        Ik stelde vast dat er nog weinig journalistiek bedreven wordt op de manier zoals het in de film gebeurt. Nu was dit wel een uitzonderlijk voorval, maar in het begin van hun onderzoek leek wat achteraf uitgedraaid is op het Watergate schandaal ook maar een banale diefstal te zijn. Onderzoeksjournalistiek. Geen kritiek op de journalisten, vermoedelijk zijn er nog die niet liever zouden willen dan zich ergens in een zaak vast te bijten en volledig uit te spitten. Maar je leest het amper nog. Is er geen geld of geen tijd meer voor? Wat ik lees in kranten zijn interessante en grondig onderbouwde opiniestukken, maar voor de rest? Elke krant brengt hetzelfde ‘standaardbericht”. Letterlijk vergenomen van een perscommuniqué lijkt het dikwijls. Politici worden amper nog “aan de tand gevoeld”, zelden wordt er nog doorgevraagd. Beleefd en vriendelijk en als er verdere vragen zijn, dan zal de woordvoerder wel een berichtje sturen. Fraudezaken, milieu-overtredingen en wat nog meer. Checken, dubbelchecken, driedubbelchecken. Wordt dat nog gedaan? Op hoeveel redacties zou Google niet het belangrijkste werkinstrument zijn? En nochtans is niet alles wat men vindt op het internet correct. Fouten worden overgenomen en opnieuw overgenomen door iemand anders.

        Vorige week herhaalde Canvas de boeiende reportage over Pascal Decroos Hanufa, het dienstmeisje van de diplomaat. Toen de originele aflevering uitgezonden werd in 1997 , las ik nadien een interview met Decroos waarin hij verklaarde dat veel mensen die gelijkaardige pogingen gedaan hadden om te doen wat hij deed met Hanufa, op een vreemde manier om het leven gekomen waren. Ik vind nergens iets hiervan terug, maar ik herinner me nog als de dag van gisteren dat, toen hij om het leven gekomen was door een auto-ongeluk, ik onmiddellijk aan dit interview moest terugdenken. Ik heb lange tijd de nieuwsberichten aandachtig gevolgd of hier nog ergens iets ging op volgen, maar neen, niets. Ik kan spoken zien, maar ik vond het wel héél toevallig. Ik zat constant te denken, kom, wordt er hier nu eens geen journalist wakker die zich dat ook herinnert en daar wat dieper op ingaat? Niet dus. Er werd ook nooit meer teruggekomen op het proces van de diplomaat. Pas met het oprichten van het Pascal Decroos fonds kwam het weer wat onder de aandacht.

        Ook de manier van vragen, de vraagstelling op zich, het doorvragen, zoals het in de film met Dustin Hofmann en Robert Redford vertoond wordt. Ik weet niet of er vandaag nog iemand die kunst onder de knie heeft. Het leken bijna politie-inspecteurs. De enige die het naar mijn gevoel nog ietwat op die manier doet is Douglas Deconinck. En dan nog, hij stelt de laatste jaren ook teleur.

        Ik weet hoe u zal reageren, en ik weet denk ik zelf ook wel hoe we hier naartoe geëvolueerd zijn. Er wordt genoeg over geschreven, maar wat wordt er aan gedaan? Marketingmensen en zakenmensen die krantengroepen beheren. Macht, geld en tijd. Hoofdredacteuren mogen voor mijn part beweren wat ze willen, maar ik geloof het niet meer dat ze nog onafhankelijk kunnen werken. Altijd zal er wel hogerop een vingertje zwaaien: niet dit, en niet dat, want… En hun enige troost en het doekje voor het bloeden zijn hun eerder aangehaalde opiniestukken.

        Terzijde: fascinerend ook om te zien in deze film hoe op 35 jaar tijd onze manier van werken geëvolueerd is. Bellen vanuit een telefooncel. Artikels typen op een tikmachine, doorhalen van de hoofdredacteur betekende compleet herbeginnen, een steno-typiste (herinnert u zich deze nog??) die moet meeluisteren aan de telefoon en een gesprek in steno opnemen, een vraag; “zoek Kaufman op” resulteert in een halve dag doorbrengen in de archieven van de krant én de bibliotheek, en niet gewoon even googelen. Dat is natuurlijk in alle films die zich in een andere tijd afspelen zo, maar hier is het gewoon zo treffend omdat we dit nog zelf allemaal meegemaakt hebben.

        Update 05/01/08 -> blogs die over hetzelfde hebben, maar dan beter: Radio Plasky en Tante Annie (hangt er iets in de lucht?)

        dvd tip 04/1 – zhantai (platform)

        ZHANTAI (PLATFORM) – ZHANG KE JIA – CHINA -2000

        TV blijft boeiend, wie beweert dat er niks te zien is, kijkt teveel naar herhaling of zoekt niet goed genoeg. Gisterenavond werd op Ned2 het eerste deel uitgezonden van een vierluik Tegenlicht: De wereld van morgen. Dit wordt een volgende TV-tip. Een vooruitblik op de mogelijke veranderingen op politiek, economisch en maatschappelijk vlak in 2008 en de jaren daarna. Er kwamen investeerders, theologen, wetenschappers, futurologen en ander titeldragend volk aan het woord met boeiende uiteenzettingen. Een steeds terugkerende opmerking: laat je kinderen Chinees leren. Alsomvattend voor de toekomstige betekenis van China op wereldvlak.

        Dit deed me naar de fascinerende film “Platform” grijpen van de Chinese regisseur Zhang Ke Jia. Deze film gaat over de overgang van het communisme naar de vrije markteconomie in China, gezien door de ogen van een rondreizend theatergezelschap tussen de periode 1979 en 1989. Officieel eindigde de Culturele Revolutie met de dood van Mao Zedong in 1976, maar zijn invloed was nog jarenlang zeer groot. Zonder een duidelijke stellingname laat de regisseur zien welke ingrijpende veranderingen het land ondergaat. Jongeren die de spijkerbroek leren kennen en ouderen die de wasmachine ontdekken. Geduld is een vereiste voor wie deze twee en een half uur lange film wil uitkijken. Maar u wordt beloond. Wat u te zien krijgt is een boeiend portret over het uiteenvallen van het communisem en de opkomst van het individualisme.

        Cinematografisch is de film even boeiend, maar niet voor wie van flitsend en snel houdt. Er zijn verschillende lange shots, dikwijls vanuit stilstaande positie, alsof er een registratie gebeurd van een theaterstuk, wat ik zeer toepasselijk vond. Camera-observatie op afstand, wat ook vanzelf voor een zekere psychologische afstand zorgt. Je zit er als kijker niet in, maar kijkt van ver naar wat er zich afspeelt. Als een rode draad lopen de shots vanuit de vrachtwagen van het theatergezelschap door de film. Blik op de weg, als het ware, waarbij het frame de voorruit is. Dit alles kan geïnterpreteerd worden als vervelend en langdradig, maar ik mag het absoluut smaken!